Marokko deel 3

11 november 2010 - Zagora, Marokko

Hierbij Marokko deel 3. Voor diehards die graag veel willen lezen.

Er staan ook weer nieuwe foto's op de weblog.

 

Groeten,

Estherman

Vrijdag 29 oktober

Vanuit de bergen bij Ikniounn rijden naar Alnif. Onderweg maken de vulkanische rotsen plaats voor sediment. Aan het einde van de middag komen we in Alnif, waar we naar toe zijn gegaan vanwege de fossiele trilobieten die er worden gevonden. We proberen er een camping te vinden maar die is er alleen buiten Alnif. Daarom besluiten we om nu direct te kijken of we de plaatselijke lokale gids die geoloog is en die Frederik van het fossielenforum heeft aanbevolen, op te zoeken.  In de hoofdstraat stikt het van de fossielenwinkels  die allemaal geologische excursies aanbieden, maar we kunnen makkelijk de winkel van de heer Ihmadi vinden. Hij komt ons zeer kundig over en we worden uitgenodigd om bij hem thuis te eten en overnachten. 's avonds spreken we door wat de mogelijkheden zijn en we besluiten om een paar dagen met hem op stap te gaan. We kunnen al die tijd bij hem thuis eten en slapen.

 

Zaterdag 30 oktober

We vertrekken vroeg met onze gids om op twee plekken fossielen te zoeken rond Alnif. De eerste plek is zachte schalie waarin hele trilobieten gevonden kunnen worden. Na een paar uur vertrekken we weer met een zak trilos. We rijden vervolgens een heel stuk op een onverhard pad op weg naar de tweede plek. Herman ziet opeens een grote hagedis onder een rots kruipen. We stroppen en met zijn drieen keren we de steen om en we vinden een grote platte hagedis die prachtig is gekleurd op zijn buik. Onze gids trekt het beest aan zijn staart uit zijn hol zodat we hem goed kunnen bekijken. Hij ziet er nogal prehistorisch uit en is pakweg 25 cm lang en 8 cm breed. Nadat we hem loslaten rent hij zeer snel naar een nabije steen om zich weer te verstoppen. Onder een andere steen vinden we nog een schorpioen. Op de tweede plek vinden ook we nog prachtige trilos. Door de locals wordt hier fanatiek naar fossielen gegraven. In de woestijn zijn hierdoor kilometerslange loopgraven ontstaan. De langste is 30km lang. De zwarte fossielen zitten in harde grijze stenen. Deze fossielen moeten machinaal worden geprepareerd om ze uit de steen te halen. Een aantal van onze vondsten gaan mee naar de werkplaats om de volgende dag geprepareerd te worden. Op de terugweg drinken we nog thee bij de lokale nomaden waar we zijn uitgenodigd. We krijgen hier zoals overal hier vers rond brood met olijfolie, zoute pindas en een soort pennywafels. De pennywafels hebben als opdruk Jacob. Als ik vertel dat mijn neefje zo heet vinden ze dat bijzonder grappig..

 

Zondag 31 oktober

Onze gids brengt ons eerst naar een plek waar we fossiele koralen kunnen zoeken. Daarna zoeken we nog zeer oude trilobieten van 500 miljoen jaar oud. 's Middags bezoeken we nog prehistorische rotsgravures met een olifant. Deze zijn 5000 jaar oud en stammen uit de tijd dat de Sahara nog erg groen was. 's Avonds genieten we weer van het heerlijke eten dat zijn vrouw voor ons heeft bereid.

 

Maandag 1 november

Na het ontbijt gaan we naar de werkplaats om het resultaat van de preparatie van een deel van onze fossielen te bekijken. Ze zijn erg mooi geworden. Na een bezoek aan de markt vertrekken we richting Rissani. Onderweg weinig begroeiing. Wel af en toe een latexboom waaruit wit sap stroomt als je de dikke bladeren breekt. Voordat we in Rissani aankomen zien we een vreemde soort hoefijzerberg. In het open gedeelte is een dikke muur gebouwd zodat het een fort is geworden. Je kunt zo door de opening in de muur het fort inrijden. Er zitten witzwarte merels. We besluiten in het fort te kamperen. s Avonds kun je hier in de woestijn prachtig de sterren zien. We bekijken de Melkweg en zien nog een aantal vallende sterren.

 

Dinsdag 2 november

We vertrekken richting Rissani en Erfoud. Eerst zoeken we nog fossiele goniatieten. Onderweg erg lelijke verdorde velden die zijn overgebleven na een mislukt irrigatieproject. Ook ligt er veel afval. We bezoeken bij Erfoud nog een fossielenmuseum. Vanaf daar gaan we richting het zandduin van Merzouga. Aan het eind van de middag komen we bij een berg aan waar we fossielen zoeken. We worden uitgenodigd om thee te drinken bij iemand die naast de fossielenberg woont en ook een klein winkeltje met fossielen heeft. Zijn hele tuin ligt vol met fossielen en we zitten op een fossielenbank. In zijn voortuin is ook een enorme kuil waar hij de fossielen uithakt. Begrijpelijkerwijs voelt Herman zich hier enorm thuis, en hij maakt al plannen voor onze tuin. Esther houdt haar hart vast.Vanzelfsprekend slaapt vooral Herman erg lekker bovenop al deze fossielen.

 

 

Woensdag 3 november

s Ochtends zoeken we eerst nog naar fossiele goniatieten, trilobieten en koraaltjes direct naast de fossielenwinkel. Daarna rijden we verder naar Merzouga om de zandduinen te bekijken. We moeten eerst een heel eind door een stenenwoestijn rijden. In de verte zien we het enorme zandduin van Erg Chebbi al opdoemen. Dat zandduin is hier een uitzondering. Woestijn is er veel, maar dan wel van steen. Onderweg ergens in het niets lukt het ons toch om bij de nomaden een vers brood te bemachtigen in ruil voor een paar pijnstillers. Een erg goeie ruil vonden wij, en zij ook trouwens. De avond ervoor hebben wij eind van de middag kuddes toeristen met 4x4 s naar Merzouga zien rijden, die na zonsondergang allemaal weer terug gingen naar Erfoud. Omdat we geen zin hebben in zon heksenketel bij het duin besluiten we de achterkant van het duin te verkennen. Hiervoor moeten we wel een stuk door de zandduin en rijden. Dat is behoorlijk lastig, en al snel staan we vast. Met wat graafwerk zijn we gelukkig ook weer snel weg, en achter het duin hebben we weer een steenwoestijnpad. We overnachten op een plek tussen de kleine duintjes met begroeiing, en uitzicht op het hoge duin, en de vele dromedarissen die hier rondlopen voor de toeristen aan de andere kant. We genieten wederom van een prachtige sterrenhemel.

 

Donderdag 4 november

We maken een tripje richting de Algerijnse grens om daar wederom fossielen te zoeken. Dit blijkt niet mogelijk omdat ver voor de grens al militaire posten zijn waar je niet verder mag. Locals hadden ons vertelt dat je er wel kon zoeken, maar waarschijnlijk heb je dan toch connecties nodig. Maar het tripje is toch de moeite waard want het Algerijnse plateau is mooi, en het zandduin is van een afstand ook schitterend. Als we toch besluiten om aan de andere kant van het duin nog even te gaan kijken bij Merzouga om de verschillen met 11 jaar gelden te zien komen we volgens de kaart langs ghost town. Daar aangekomen blijk dat een totaal verlaten dorpje te zijn met alleen maar kapotte huizen. We vermoeden dat het ooit helemaal is ondergeschoven door het zand. Als Esther een foto maakt van de kapotte huizen loopt er ineens een man langs. Hij komt van een militaire post die daar blijkt te zijn. In zijn handen heeft hij een aantal net gebakken broden. Als vanzelfsprekend krijgt Esther een warm brood in haar handen gedrukt. De man wil er niets voor terug. Zeer hilarisch. We zien al een tafereel voor ons dat we in Nederland op straat lopen met een paar broden en een toerist tegenkomen. En na een begroeting geven we ongevraagd een brood. Een ondenkbaar tafereel, maar hier kennelijk heel normaal.

Merzouga herkennen we bijna niet meer. Van alle kanten loopt er een asfalt weg heen. 11 jaar geleden was het een enorme reis ernaar toe over een hobbelpad door de stenenwoestijn. Er is nu echter zoveel gebouwd, gegraven en gereden dat de stenenwoestijn volledig is verdwenen. Er is asfalt, of aangestampte grond zonder stenen. Niet echt fraai. Het hotel waar we vorige keer zaten is nauwelijks meer te vinden. Toen een verlaten plek bij het duin, nu omgeven door allerlei hotels en toeristische attracties. In Merzouga herkennen we nog wel de winkelstraat, maar alles is veranderd. De paar lokale winkels zijn veranderd in een straat met toeristenbureaus, kamelentrektocht winkels, en terrassen. We doen wat inkopen en vertrekken snel want we vinden het er niet meer  leuk. We rijden richting Taouz om daar de piste te nemen richting Mhamid. In Taouz treffen we erg veel irritante mensen die allemaal beweren dat wegen niet bestaan, of niet meer bereidbaar zijn, en we worden continu gevolgd door mannetjes op brommertjes die ons de goede weg willen wijzen.  Het is een gebied met ontelbare rivierbeddingen die meestal droog zijn. Het is er vol droge meanderende geulen waar je als ze groot genoeg zijn in kunt rijden, en anders moet je er overheen alsof het heuvels zijn. De bodem bestaat uit materiaal wat hier fes-fes wordt genoemd. Het is een soort zeer fijn stof, vele malen fijner dan zand. Je kunt er zomaar heel diep in wegzakken. Door dit landschap is het erg onoverzichtelijk, en de wegen veranderen vaak als het een keer geregend heeft.  Door al het gedoe met de brommermannetjes beginnen we op een verkeerd pad. We verdenken ze er van dat ze ons alleen een verkeerde kant op hebben gewezen om ons vervolgens betaald naar de goede plek te gidsen. Uiteindelijk lukt het ons toch om ons een weg uit deze oued te banen zonder gids, en uiteindelijk schudden we de laatste brommer van ons af. Het landschap is hier bizar met alle rivierbeddingen, maar erg mooi. Wel is het vele fijnstof van de fes-fes een verschrikking. Het is overal, gaat overal doorheen, en vooral Esther heeft er veel last van. Als het donker wordt rijden we langs bergen met zandduintjes ervoor. We ovenachten in onze auto bij een auberge. Samen met een groep Belgen zijn we hier de enige gasten. We besluiten niet zelf te koken en trakteren onszelf op een lekkere Tajine. Na het eten worden we vermaakt met getrommel.

 

Vrijdag 5 november/ 4754km

s Ochtends maken we een wandeling door de zandduinen naast de auberge waar we hebben gekampeerd. Van bovenop de duinen is het uitzicht wonderbaarlijk mooi. Daarna rijden we door richting MHamid. Het landschap is bizar, totaal anders dan we ooit hebben gezien. De grijze stenenwoestijnen, soms hele vlaktes, wisselen af met kale zoutvlaktes, bergen soms prachtig paars gekleurd, meestal zwart. Ook een aantal keer rijden we weer door de wirwar van oueds, dat is echt een aparte ervaring. Door de geulen ben je direct je orientatie kwijt. In de oueds groeien veel planten, verder is het vrij kaal. Af en toe een boom of een struik. Het is moeilijk om er de  weg te vinden, maar gelukkig heeft de man waar we gekampeerd hebben ons op de kaart laten zien hoe we ongeveer moeten rijden. Hierdoor vinden we het goede pad zonder vast te lopen. Onderweg zien we allerlei vogels. We kunnen vaak goede fotos maken, dus we hopen dat Nico en Wim ons thuis kunnen vertellen wat voor vogels we nu allemaal gezien hebben.

Rond lunchtijd komen we bij een dorpje waar we een brood willen kopen. De locals willen ons alleen een brood verkopen voor een belachelijke prijs, die in NL niet zou misstaan. We bedanken en rijden verder. Een goede beslissing want even verderop worden we staande gehouden door mijnwerkers die naar bariumsulfaat graven voor slijppoeder, glas, plastics en dergelijke. De mijnwerkers zien onze komst duidelijk als een verzetje, en we worden overvoerd met thee, tajine en brood. Met een volle maag vertrekken we weer.

Als het donker wordt rijden we al een uur op een stenenvlakte, en dat gaat nog niet direct veranderen, dus stoppen we maar bij een boom en kamperen in totale stilte. Het lukt ons hier voor het eerst om zowel s avonds als s ochtends niemand tegen te komen: geen schaapherders, geitenherders, verre buren, nieuwsgierige passanten. Hier is helemaal niets.

 

Zaterdag 6 november/ 4882 km

Vlak voor MHamid komen we in de Draa vallei. Het landschap is daar ineens totaal anders met duizenden palmbomen met dadels, die allemaal verschillende kleuren hebben: gelig, bruin, rood zwart.

We doen inkopen in Tagounite. Het blijft leuk hoe het hier gaat met groenten en fruit kopen. Dat moet je eerst in gekleurde plastic teilen doen waarna het wordt gewogen. En melk kopen we in zakjes. We lunchen en vooral Esther begint de oude brokkelkaas erg te missen. Vooral omdat de enige kaas die ze hier hebben La vache quirit is,wat erg smakeloos is. Het enige andere hartige alternatief is vis uit een blikje of met veel geluk een gekookt ei. Niet erg spannend dus. Van avondeten hebben ze duidelijk meer verstand hier.

Vlak voor MHamid rijden we door een opgedroogde zoutvlakte met lage zandduinen waar erg veel bomen (Tamarisk?) in groeien. Waarschijnlijk zijn die hier gepland om het stuivende zand tegen te houden. Bij de stam is meestal een rare berg van zout en zand opgedroogd waardoor het er nogal indrukwekkend uitziet. Het is erg leuk om door het zand te rijden. Het hobbelt tenminste niet zo erg als de stenenwoestijn.

We beginnen aan de piste richting Foum Zguid weer dwars door de woestijn. Na een uur rijden komen we bij een heilige bron waar vreemd genoeg zomaar water uit een rots de oase in stroomt. Er staan hier ineens palmbomen. Het is een erg idyllische plek.

Een uur verderop, net voor het donker wordt bereiken we heel veel zandduinen. We kunnen er in onze auto slapen bij een tentenkamp. We eten harira (soep) en tajine samen met een echtpaar uit Geneve, waarvan de man uit Tunesie komt. Het is erg gezellig en omdat de man arabisch spreekt is het ook makkelijk om ingewikkelde dingen te vragen aan de locals die we niet zo makkelijk in het Frans zelf kunnen zeggen. Overig wordt ons Frans trouwens steeds beter. Als we hier nog even blijven spreken we het misschien nog eens vloeiend. Dan blijven we natuurlijk wel wat langer weg!

 

Zondag 7 november

We staan op vlak voor zonsopgang en beklimmen een zandduintje om van de zonsopgang te kunnen genieten. Het belooft weer een mooie dag te worden met temparaturen boven de 25 graden.  Het is een betoverend gezicht om zo tussen de rood wordende duintjes te staan. Als de zon helemaal op is gekomen beklimmen we het hoogste duin. Dat is nog een hele klim zo s morgens vroeg, maar het loont de moeite. Een adembenemend uitzicht wacht op ons. 30 bij 50 kilometer zandduinen. We ploffen neer en gaan er eens rustig voor zitten. Na een tijdje klimmen ook onze buren uit Geneve naar boven. De conclusie is dat het uitzicht magnifique en magique is, en veel beter kunnen wij het ook niet omschrijven.

We gaan met zijn 4-en weer naar beneden. Onderweg zien we veel sporen van dieren. Jammer genoeg weet niemand er genoeg van af om te weten van welk dier de sporen zijn. We herkennen alleen de hagedis, een grote tor en vogels, en we denken een of ander knaagdier en katachtige. Weer beneden aangekomen ontbijten we met zijn 4-en en daarna zwaaien we de Zwitsers uit die weer verder gaan.

Wij rijden nog wat door het zand, d.w.z. Esther rijdt door het zand want die vindt dat enorm leuk. En we stoppen nog op een aantal plekken. We zien net als gister overal hele grote pluizen die met de zon erop net van zilver lijken. Als er veel voorbij komen zweven ziet dat er heel mooi uit. We ontdekken dat het de zaden van de latexbomen zijn die onderaan de duintjes staan. De bomen hebben een soort zaaddozen die net lijken op 2 vergroeide bladeren. Daarin zit een peul, met beharing erop. In de peul zit een streng met honderden zaden. Kleine bruine ovale zaadjes met eromheen een ster van pluizendraadjes, de draadjes die je zo mooi zilver ziet glinsteren.

Opeens groeit er op verschillende plekken helm of iets wat daar op lijkt en andere lage planten in het zand. Als we stoppen om er rustig naar te kijken ontdekken we dat hier overal wilde kalebassen liggen. Herman die toch niet echt van voetbal houdt ontdekt toch dat het leuk is om hier mee te voetballen. Als je er een flinke schop tegen geeft spatten de verdroogde kalebassen uiteen en de zaden vliegen je om de oren. Een leuk tijdverdrijf waar we de slappe lach van krjigen. We willen graag nog een nacht hier bij de duintjes overnachten, maar ineens begint het te waaien. Iedere keer wordt het weer even windstil, maar daarna is de wind steeds net iets harder. Op een gegeven moment begint het zand toch wel erg te stuiven, en het zicht in de verte wordt ook minder door al het zand. Het lijkt ons niet verstandig om hier nu  te blijven als het mogelijk gaat stormen dus moeten we helaas doorrijden.

Het gevolg is dat we nog een tiental kilometers door het zand rijden en dan op een zoutvlakte komen omgeven door bergen. Daarna komen we op een stenenpad dat langzaam verandert in een keienpad en daar zijn we al snel helemaal klaar mee. De auto en wijzelf trillen volledig uit elkaar ook al rijden we zeer langzaam.

Onderweg komen we 2 kinderen tegen met een kudde kamelen, 1 van de kinderen holt naar onze auto en vraagt om water. We geven hem een flesje met een halve liter water wat binnen enkele seconden op is. Wat moet dat vervelend zijn om in deze hitte zonder water te zitten. De andere jongen wil geen water. We geven nog maar een flesje water mee.

Even later zien we iemand fietsend op ons afkomen. Het blijkt een militair te zijn van de militaire post van 6 kilometer verderop. Hij is deze kant op gefietst omdat er bij de militaire post geen telefoonverbinding is, en 11 kilometer verderop wel. Heel praktisch dus, we hebben echt vertrouwen in het Marokkaanse leger. Ook moet hij hout halen voor het vuur. Maar ook hij zit zonder water want hij is zijn waterfles onderweg verloren. Dus we geven hem onze  andere fles met water. De man is erg grappig. Hij zegt steeds: tu comprendres Francais, do you understand? En ook al zeggen wij dat we hem begrijpen, na ieder nieuwe verhaal vraagt hij het weer, maar op zo'n manier dat het vooral heel grappig is. Do you understand?

Als we bij de militaire post aankomen treffen we zijn goedlachse collega. Die vertelt ons dat zijn collega per fiets weg is om te telefoneren. We vertellen dat we hem zijn tegen gekomen en als we vertellen dat we hem water moesten geven omdat hij zijn fles was verloren komt hij niet meer bij van het lachen. Hij biedt ons thee aan. Dat vindt hij een fantastische ruil voor het water. En wij vinden dat eigenlijk ook wel.

Midden op de keienvlakte moeten we kamperen, want er is nog geen leven in zicht. We staan bij een rivierbedding met op sommige plaatsen nog wat water. Dat gebeurt hier niet vaak. We zien overal takken liggen, en er is duidelijk al eerder kampvuur geweest op deze plek dus besluiten we wat hout te sprokkelen voor het kampvuur. Nou ja, kleine takjes en weggespoelde kleine dode struikjes.

Als we gaan koken blijkt onze gasfles totaal onverwacht leeg te zijn, net nadat alle groente gesneden klaarligt om te bakken. Omdat we toch al houtvuur hebben gebruiken we een van de dekseltjes van de pannenset om in het vuur mee te kunnen koken. Het kan er niet in een keer op, dus we zijn eindeloos aan het dineren, maar het lukt goed. De timing met ons vuur kon dus niet beter. Na het eten stoken we het vuur nog wat op en gaan als het uit is slapen.

 

Maandag 8 november

 's ochtends na zonsopgang is er ineens een kabaal van jewelste bij et watertje in de rivierbedding. Honderden vogeltjes komen er drinken. Het zijn een soort musachtige vogeltjes met vinkachtige snaveltjes en oranje pootjes. Ze zijn erg mooi, en we blijven er nog een hele tijd naar kijken. Daarna vervolgen we het vreselijke keienpad en we hopen maar dat onze auto niet volledig uit elkaar rammelt.

Als we eindelijk in Foum Zguid zijn doen we inkopen en eten we een hapje. Daarna probereb we via pistes wat meer het binnenland in weer terug te rijden richting Merzouga. Onderweg komen we regelmatig mooie oases tegen met palmbomen. een keer gaat ons pad er dwars door heen en het is erg leuk om van een stenenpad met bergen ineens door een palmenbos te rijden. In de oases groeien ook mandarijnen en granaatappels, die al onze hele vakantie volop vers verkrijgbaar zijn.

We rijden hele stukken op een groen pad van een soort mergel, waar paarse stenen in zitten. Dat ziet er erg grappig uit.

 

 

Foto’s

6 Reacties

  1. Josje:
    11 november 2010
    Geweldig weer, Esther en Herman.
    Schrijven jullie iedere avond een stukje?

    Groetjes Josje
  2. Jan Willem:
    11 november 2010
    Fantastische verhalen, ik krijg er helemaal zin van ook weer naar Marokko te gaan...
  3. Ger en Aafje Zevenberg:
    13 november 2010
    Weer een leuk verhaal en wat een avontuur. Kun je een boek van maken.
    Ik heb begrepen dat je in Marokko geen brood hoeft te kopen; brood wordt wel aangereikt.
    Prachtige foto's.
    Met spanning kijken we uit naar het volgende verslag.
    Ger en Aafje
  4. Nico Slotboom:
    13 november 2010
    Hallo Esther,
    Het is net een spannend vervolgverhaal, ik volg jullie reis op de kaart.
    De vogels op dfe foto zijn ( je kunt het wel raden) inderdaad woestijnvinken (Bucanetes githagineus).
    Groet Nico
  5. Hengameh:
    15 november 2010
    Hallo Esther en Herman,

    Wat een prachtige verhalen en foto’s allemaal. Ik ben erg jaloers op jullie hahah, was ik maar daar! Door jullie verhalen en mooie foto's ga ik zeker een keertje naar Marokko. Esther wat kun je mooi schrijven meid! respect voor je! Blijf maar schrijven en wij lezen! Doen jullie aub voorzichtig! Groetjes en veel liefs, Hengameh
  6. Marrakech excursie:
    13 mei 2011
    Hallo Esther en Herman,

    Ik ben van plan om dit jaar in Marokko na een enkele steden ook een <a href="http://www.myresidencemarrakech.com/">Marrakech excursie</a> te nemen. Kunnen jullie mij misschien tips geven?