Marokko deel 5

11 december 2010 - Taroudannt, Marokko

Hierbij deel 5, inclusief nieuwe foto s.

Veel plezier

Estherman

 

Donderdag 25 november

Voor de verandering hebben we eens een ontbijt van een echte bakker. Ook hebben we verse melk en raib, dat is een soort karnemelk. Maar dan veel lekkerder dan in Nederland, lekker dik met klonten er in. Ook hebben we gekookte eitjes, en zelfs een plakje verse cake. Kopje koffie erbij en zo zitten we heerlijk in de zon met uitzicht op de palmbomen en de bergen te ontbijten. Daar wordt je erg blij van.

We internetten in het dorpje, kopen allebei een paar sandalen, en gaan dan maar weer uitrusten op een terras. We bezoeken een klein argaanbedrijfje. De argaannoten worden met de hand stukgeslagen met een steen. De gepelde noten worden vervolgens geroosterd, en dan in een granieten handmolen geperst. Er blijft dan een soort vloeibaar papje over waar de olie uit wordt gezeefd. Ook blijft er een soort koek over. Die wordt aan de koeien gevoerd waardoor ze meer melk geven dan normaal omdat er veel voedingsstoffen in zitten. We mogen de olie proeven en die is bijzonder lekker. We proeven ook amlou, dat is een mix van argaanolie, amandelen en honing en je kunt het bijvoorbeeld eten op brood zoals pindakaas. Het is duur, want naast argaanolie is ook echte honing hier een duur ingrediënt. Toch kopen we een potje en tussen de middag is het een ware lekkernij bij het verse stokbrood.

Tafraoute ligt erg mooi. Vanuit het plaatsje kijk je prachtig uit op de granieten bergen er omheen. Voor de bergen zijn velden met palmbomen, amandelbomen en argaanbomen. Tijdens een wandeling ontdekken we dat er ook erg veel vogels zitten. Net als op de camping zitten er witte kwikstaarten. Verder een soort kleine rode vogeltjes, grotere vogels met een witte buik en grijs witte vogels. Ook zien we 2 hoppen.

In het plaatsje zijn alle bomen tot een meter hoog wit geschilderd. Dat zie je hier overal. Het is een belachelijk gezicht en het nut is onduidelijk. Waarschijnlijk is de enige reden voor het wit schilderen wederom dat ze dat overal doen, en dat niemand op het idee komt om het hier niet te doen.

Vrijdag 26 november/ 6754km

Als Esther brood haalt bij de plaatselijke bakker moet ze even wachten omdat het brood nog in de oven zit. Ze mag wel even kijken in de oven. De verwachte kleine houtoven blijkt een reusachtige ronde oven met een automatisch draaiend rond plateau. Nog nooit zoiets gezien, en samen met de Duitse buurman van de camping kijken we onze ogen uit. Na wederom heerlijk ontbijt met vers brood van de bakker bekijken we eerst het dorpje Tazekka. Het dorpje is tussen de verweerde granietrotsen gebouwd. Sommige huizen zijn letterlijk in de rotsen gebouwd. Vanuit het dorp kijk je over een plateau met palmbomen. Daaromheen granietbergen met daarop ook rotsen. Sommige van de rotsen liggen als reusachtige keien op elkaar. Door de ronde en bolle vormen ontstaan de vreemdste vormen. We vinden het een beetje lijken op Michelin-mannetjes-rotsen. Bovenop de bergen liggen ook veel losse reuzekeien. Het landschap ziet er hierdoor heel ruig uit.

In Tazekka zien we ook een gravure van een gazelle op een rots. Deze is waarschijnlijk al duizenden jaren oud. Daarna bekijken we de geverfde rotsen ten zuiden van Tafraout. Een (Belgische...) kunstenaar heeft hier een reusachtige rotspartij blauw, groen en roze geschilderd. We vinden het niet geslaagd. Terwijl de lucht steeds meer betrekt rijden we nog een rondje in de omgeving van Tafraout. Onderweg zijn er geregeld buien. Daarna rijden we een pad dat door drie nauwe valleien voert. Prachtig contrast tussen de kale rotsen en de palmbomen op de boden van het dal. We kamperen ergens wild bovenin de Mansour kloof. Omdat het geregeld regent, koud is en het flink stormt eten we salade in de auto. Met deze storm en het natte hout heeft het ook geen zin om een vuur te stoken. Tijdens het eten komt er ineens in de schemer een zwijn voorbij lopen. We hebben inmiddels al veel wilde dieren gezien. Even een tussenstand:



Zoogdieren:

muizen

eekhoorns

wild zwijn

schapen

geiten

dromedarissen

koeien

muilezels

apen/ makaken

Vogels:

moerasuilen

kerkuil

velduilen

regenwulp

wulp

tureluur

groenpootruiter

grote zilverreiger

kleine zilverreiger

koereiger

blauwe reiger

grutto

rosse grutto

scholekster

grote stern

kleine stern

dwergstern

noordse stern

bruine kiekendief

zilverplevier

steenloper

kleine of bontbekplevier

bonte strandloper

visarend

flamingo

groenling

putters

kuifaalscholver

drieteenmeeuw

lesser crested turn

slendered bill gull

audouins gull

kwak

griel (gehoord)

merel

smient

verschillende soorten kraaien

raven

eksterszwarte ooievaar

witte ooiwevaars

hoenders

hop

woestijnvink

kuifleeuweriken

roodborstje

verschillende soorten duiven

adelaar

nog niet op naam:

aantal eenden

zwart-witvogels

grijze vogeltjes met rode buik

rood met zwart witte vogels

zwarte vogels met witte buik

groenachtig gele vogeltjes

Insecten

reuzenwantsen

lieveheersbeestjes

muskieten

bijen

witte vlinders

blauw vlinders

gele vlinders

rode vlinders met stippen

nachtvlinders

sprinkhanen

krekels

rode libelles

Overige dieren:

grote vleermuizen

kleine vleermuizen

renspinnen

schorpioenen

mestkevers

Moorse landschildpadden

dunne slang (1m)

kameleon

gespikkelde padden

bruine kikkers

felgroene kikker

grote platte hagedis

kleine hagedis

felgroene hagedis

bruine muurhagedis

woestijngarnaaltjes

Zaterdag 27 november/ 6875 km

Eerst rijden we het stuk van de Mansour kloof weer zuidelijk. Ook de 2e keer is het prachtig. Het is leuk om door de palmvalleien te rijden en naar de prachtige kloof te kijken. Opvallend is dat er een groot stuk vallei is waar de stammen van de palmbomen zwart zien, alsof er een tijd terug brand is geweest, en de bomen zien er verwilderd en onverzorgd uit. Dat wil zeggen dat op andere plekken de dode takken van de bomen zijn gesnoeid na de oogst, en het opschot is verwijderd. Hier staan veel dode bomen, en de meeste bomen hebben veel dode bladeren en erg veel opschot. Hierdoor zien de valleien er erg verwilderd uit. We hebben er geen idee van waarom dit zo is. Nu het wat ruiger is, is het ook wel erg mooi, en het lijkt ook wel alsof er hier meer leven is, we zien namelijk erg veel vogeltjes.

We zijn zo zuidelijk dat de temperatuur weer goed is, maar het weer is wat onstabiel. De hele dag dreigende luchten, maar we hebben geluk en omzeilen de buien op wat spetters na. Wel waait het nog steeds erg hard

W rijden een flink stuk zuidwaarts naar Assa. Het eerste stuk is een onverhard pad dat gedeeltelijk door een droge rivierbedding loopt. Het pad is omgeven door schitterende laagjesbergen. We zien ineens weer een latexboom, een teken dat we echt weer in de woestijn zijn aangekomen. Het is een van de mooiste paden die we tot nu toe gereden hebben. We willen graag de rotstekeningen bij 'Ukas' zien, maar de aanduiding op de kaart is nogal vaag. We zien zoveel rotsen dat we de kans zeer klein achten dat we ze vinden. Gelukkig duikt er uit het niets een nomade op die met ons mee wil rijden om ze te laten zien. Er zijn vele rotstekeningen van gazelles en een soort ossen. En zelfs een olifant! Duizenden jaren geleden was het hier veel natter en de Sahara was toen nog groen. Deze dieren hebben hier dus duizenden jaren geleden rondgelopen toen de prehistorische rotstekeningen zijn gemaakt. Na afloop drinken we thee bij de nomaden. We genieten weer eens van het theeritueel, maar nog meer van het brood dat erbij wordt geserveerd. De nomaden hebben allemaal een kleine houtoven, en het brood wat je daar krijgt is onovertroffen. Het is rond en plat net als bij alle andere winkels, maar het brood is wat donkerder, en anders van structuur. En in de ovens krijgt het ook een beetje een rooksmaak. Het verse brood dippen we in een bijzonder goede kwaliteit olijfolie en honing en een betere lunch is niet denkbaar.

We vervolgen het prachtige pad en komen uiteindelijk weer eens op een stukje asfalt. Daar vinden we een benzinepomp die nog met een slinger handmatig wordt bediend.

Al snel komen we weer op een keienvlakte. De tegenstelling met het landschap hiervoor kan bijna niet groter. We kamperen middenin in de woestijn op de stenenvlakte. Omdat het nog steeds stormt moeten we helaas weer in de auto dineren met een salade omdat het gas niet aan te krijgen is.

Zondag 28 november/ 7108km

Als we 's ochtends wakker worden lopen er ineens kamelen bij de auto. We rijden verder door de woestijn richting het zuidwesten omdat we bij Tantan bij de kust willen uitkomen. Onderweg rijden we hele grote stukken door droge rivierbeddingen met grind. We hebben al veel door rivierbeddingen gereden, maar nog nooit zo lang aan een stuk. Bij regenplasjes zien we woestijnvinken zich tegoed doen aan het schaarse water. De opgedroogde modder is mooi gebarsten en je kunt de opgedroogde regendruppels en stroomribbels heel mooi zien. We lunchen bij een bron die in een meertje uitkomt. Ook hier zitten weer veel vogels, maar ook libelles en kikkers. Tijdens de lunch komt er een van de vele lokale vaalgroene landrovers langsrijden. Deze heeft twee kamelen achterin! Veel van de heuvels zijn begroeid met cactussen en twee soorten stekelstruikjes en we kamperen te midden van een cactusheuvel. We kunnen voor het eerst sinds twee dagen weer een keer koken. Het warme eten smaakt hierdoor nog lekkerder. Hout is hier lastig te vinden, maar we ontdekken dat dode cactussen ook uitstekend bruikbaar zijn voor ons kampvuur.

Maandag 29 november

Vandaag is het nogal bewolkt en het spettert wat. We rijden via onverharde paden naar de kust. De kwaliteit van de wegen zijn nogal wisselend. Soms moeilijke onverharde wegen, soms onverharde wegen waar je bijna net zo hard kan als op de snelweg. Vooral het laatste stuk is lastig rijden omdat er veel los zand op het steile pad is gewaaid, We lunchen bij de monding van de Oued Draa, de langste rivier van Marokko, bovenop een rots. We hebben vanaf de rots prachtig uitzicht op zee. We hadden hier eigenlijk wel willen blijven om lekker rustig aan te doen, maar het stormt nog steeds, en er waait zoveel zand dat het ondanks de warmte weinig aantrekkelijk is. Ook lukt het niet om vanaf de klif naar zee te lopen. Dat is wel een teleurstelling, want vooral Esther had zich daar erg op verheugd. Gelukkig maakt het uitzicht veel goed. We volgen de kust dus nog maar wat noordwaarts bovenop een 50 meter hoge vlakte. Onderweg is er steeds prachtig uitzicht op de kliffen Het enige wat we onderweg aan bewoning zien zijn een paar vissershutjes die zijn gebouwd van juttersmaterialen. Esther ontdekt in de bovenste rotslaag fossiele slakken die we vervolgens verzamelen. Ook ontdekt Esther dat de bovenlaag van de vlakte volledig vol ligt met een soort wulken, helaas voor Herman niet fossiel. Esther kan vervolgens niet meer ophouden met de wulken verzamelen, omdat ze zo mooi zijn! We kamperen bovenaan de klif op een plateau. Het gaat steeds harder stormen, en we eten voor 3e keer in de auto omdat we zo onmogelijk kunnen koken buiten. Het gaat later ook nog wat regenen.

Onze voorraden zijn nagenoeg op en we hopen dat het weer geen problemen gaat geven om hier weer weg te komen morgen.
Dinsdag 30 november/ 7326km

De hele nacht heeft het gestormd en geonweerd. Als we wakker worden krijgen we zowat de achterdeur niet meer open vanwege de storm. 'S ochtends is er een enorme regenbui en vlakbij onze kampplaats is een waterval ontstaan aan de rand van het plateau die naar beneden stort en 50 meter lager in zee stroomt. Het is bizar om te zien hoe snel de waterval is ontstaan. De temperatuur is ok, maar het waait nog steeds erg, en er stuift ontzettend veel zand. We zien 2 jagende roofvogels (adelaars?) die zich steeds van boven de kliffen naar beneden laten storten. Ook zien we in zee een grote groep vogels (zeekoeten?). Als we het kustpad volgen vliegen er steeds enorm veel grote libelles voor onze auto. Soms vliegen er ook een paar zwaluwen rond de auto, die de libellen waarschijnlijk aan het vangen zijn. Het pad is vaak helemaal met zand overstoven. Zo erg dat we vaak door hele zandduinen moeten rijden. Met een gewone auto was je hier niet meer verder gekomen. Wij profiteren van onze ervaring met het rijden door de zandduinen bij Merzouga en Chagaga en komen er moeiteloos doorheen. Het is echt enorm leuk om te rijden door het zand, dus eigenlijk zijn we ook wel een beetje blij met de storm.

We kunnen ons pad niet rijden zoals gepland. We willen richting Plage Blanche, maar om daar te komen moet je door een enorme Oued rijden. Normaal is dat een droge rivierbedding, maar na de regenval van vanmorgen is er een enorme rivier ontstaan van metersdiep. Oversteken is geen optie. We besluiten dus maar richting Guelmim te rijden wat meer het binnenland in ligt. We komen opeens een verlaten witte landrover tegen. We rijden door en komen er ongeveer 15 kilometer later achter dat we dezelfde oued alsnog over moeten om in Guelmim te komen. Dat is een tegenvaller. De rivier stond niet op onze papieren en digitale kaart aangetekend. Als we de satellietfoto's bekijken kunnen we direct zien dat het een hopeloze onderneming is. Als je al door deze rivier zou komen volgen er nog veel meer. Het is kansloos. Ineens zien we aan de andere kant van de rivier 3 jongens lopen. Ze zwaaien en gebaren wat, maar we kunnen ze niet verstaan. We willen terugrijden richting kust om te proberen dan maar via het pad van gister terug te rijden. Al hebben we twijfels of dat pad momenteel nog wel begaanbaar is, want ook op dat pad waren verschillende oueds die we voor de regen probleemloos zijn doorgekomen, maar die nu hoogstwaarschijnlijk ook vol gestroomd zijn. Ineens gaan de 3 mannen lopend de rivier door naar onze kant. Het water is zeker een meter hoog. Het blijken de eigenaren te zijn van de witte landrover. Ze zijn naar Guelmim gelopen omdat ze pech hadden met hun auto. We moeten dit feit even laten bezinken. Ten eerste omdat ze op blote voeten lopen, ten tweede omdat we gokken dat Guelmim minstens 100 km verderop ligt. Helemaal snappen doen we het nog niet. Omdat we geen plek in de auto hebben bieden we ze aan om op ons dakrek mee tereg te rijden naar hun landrover. Ze zijn enorm blij, want ze zijn doodmoe. Ondertussen is de lucht in snel tempo erg donker geworden en het dreigt noodweer te worden. We rijden zo snel mogelijk terug omdat we een aantal kleine oueds moeten passeren die al zeer lastig waren zonder regen. Als we net wegrijden barst er een onbeschrijfelijke stortbui los. Het komt echt met bakken uit de lucht en we hebben enorm medelijden met de 3 jongens op ons dak. Tijd voor medelijden hebben we echter niet want de weg staat direct blank, en we moeten de lastige punten voorbij voordat dit niet meer mogelijk is. Allerlei kleine geultjes veranderen direct in enorme stromen, en we passeren net op tijd de lastigste punten. Het is dat we het pad al eerder gereden hebben, anders hadden we het zeker niet aangedurfd, want je kunt gewoon niet meer zien waar je rijd. Onderweg zien we nog een vos met een witte staart.

De regen is gelukkig opgehouden als we bij de witte landrover aankomen maar de jongens zijn compleet verzopen en staan te bibberen van de kou. Maar ze klagen niet, ze bedanken ons voor de lift en gaan direct door met hun auto repareren. We kunnen ze nog wat helpen omdat we handiger gereedschap hebben waardoor ze veel sneller klaar zijn. We krijgen ineens gezelschap van een militair die bij de militaire post werkt even verderop waar de grote oued in zee uitkomt. Die oued is inmiddels veranderd in een kolkende rivier en we horen van de militair dat de rivier pas vanmorgen om 11.30 is ontstaan, dat wil zeggen dat de rivier droog was en er toen in 1 keer een zee van water in is gestroomd.

De militair nodigt ons uit om thee te komen drinken en te blijven eten bij de militaire post. Ook kunnen we er blijven slapen in onze auto.

We horen van de 3 jongens dat een week geleden de auto van Franse toeristen in zee is gespoeld. Ze waren de oued die droog was overgestoken, en zijn op het strand gaan rijden waar ze zich hebben vast gereden tot op de assen. Vervolgens werd het vloed. Ze hebben hun bagage kunnen redden en hun Toyota zo in zee zien verdwijnen. De jongens zijn vervolgens met hun Landrover gekomen om de bagage van de Franse toeristen naar Guelmim te brengen, maar een kilometer van zee begaf de auto het. Toen is er een andere auto gekomen die de bagage heeft opgehaald, maar hun auto stond er nog. Dus zijn ze maar naar de grote weg gaan lopen 20 kilometer verderop op blote voeten en/ of slippertjes, zonder eten en drinken. Vanaf daar hebben ze gelift, het onderdeel gekocht in Guelmim, de volgende dag weer terug gelift en weer begonnen aan de 20 kilometer. Na 10 kilometer kwamen ze echter in het stelsel van oueds, en daar stond na de regen van die ochtend ineens water in. De rivier waar wij ze doorheen hebben zien waden was al de 2e grote rivier waar ze doorheen moesten lopen. Als ze 10 minuten later waren geweest hadden ze vastgezeten tussen 2 enorm grote oueds, want na de stortbui was het onmogelijk geweest om de rivier nog te doorwaden. Echt een bizarre onderneming dus.

Op de militaire post, die overigens niets militairs uitstraalt, vermaken we ons prima met alle verhalen. Ook moeten we erg lachen om de telefoonhouder die bij het raam hangt, de enige plek met signaal. Na onze komst hangt er 1 mobieltje van de militair, en 2 van de jongens. Iedere keer gaat er een mobieltje af, en als ze hem dan opnemen valt continu de verbinding uit omdat het mobieltje geen bereik meer heeft. Erg vermakelijk.

Wat het nut van de militaire post is ontgaat ons volledig. Er is een soort in elkaar gestort fort en een afgekloven hutje waar de militair woont. Dat wil zeggen dat hij een klein hok heeft waar hij op de grond slaapt, en er is een uitkijktoren. Uniformen hebben ze nog nooit van gehoord. Zijn belangrijkste taak schijn te zijn om te noteren wie er passeren inclusief alle mogelijke gegevens liefst zo idioot mogelijk, zoals chassisnummer, kleur auto, dat soort dingen. Maar de eerste keer dat wij langs kwamen zijn we niet aangehouden. Hoewel het bestaan op die plek niet makkelijk is, is het werken dus geen vermoeiende bezigheid als je de enige passerende auto van de dag voorbij laat gaan. Maar nu we toch binnen zijn moeten we de gegevens wel aanleveren. Er komt een afgekloven boekje waar allerlei andere dingen instaan, en achterop een pagina is nog net een klein beetje ruimte voor de gegevens. Hoe hier een zinnige administratie van te maken valt is ons onduidelijk. Wij hebben op aanraden van andere reizigers al deze gegevens al van te voren uitgeprint op officiële formulieren omdat dat bij iedere militaire post een uur werk scheelt, en de militair is zichtbaar blij met ons geordende papier. Heeft ie tenminste nog wat om straks aan zijn baas te overleggen.

woensdag 1 december/ 7382km

We ontbijten met thee. Het is zonnig en de wind is grotendeels verdwenen. De oued is ook alweer wat lager, maar er doorheen rijden is voorlopig nog geen optie.

We rijden samen met de 3 jongens, 2 broers en een vriend, terug met onze 2 landrovers. We gaan proberen een nieuw pad te zoeken waarbij we de oueds zoveel mogelijk proberen te mijden. Onderweg zien we ineens heel veel kikkers, en we zien even verderop op dezelfde plek als gister weer een vos met witte staart. Ook liggen er overal enorm veel lege landslakken, vooral bij dode cactussen, maar dat was gister ook al zo.

De weg is lastig. Er zijn veel geulen, en we moeten regelmatig een nieuw pad vinden, al kronkelend tussen de struiken en cactusplanten.

Als we een echt moeilijk stuk hebben waarbij we eerst zelfs wat moeten graven zijn de jongens nogal onder de indruk als Esther ineens de auto bestuurd en zonder pardon in 1 keer het moeilijke stuk door rijdt.

Na een tijdje lopen we toch weer vast bij een oued. Het is een breed modderig stuk met drijfzand en veel water Als we de boel gaan verkennen ontmoeten we de plaatselijke nomaden. Een moeder een kind. Ze lopen mee en geven informatie over de situatie ter plaatse. Voor we weer vertrekken krijgen we thee, en binnen een kwartier staat er een warme maaltijd klaar van rijst met geitenmelk wat op een schaal gepresenteerd wordt waar we gezamenlijk van eten. De vrouw heeft er lol in om Esther te leren eten met haar handen in plaats van met een lepel. Je moet van de rijst een soort balletjes kneden, die je vervolgens in de olijfolie doopt die midden in de schaal ligt. Het is nog een hele kunst. Maar kennelijk doet Esther het zo slecht nog niet want de vrouw wil vervolgens dat Esther blijft. Tijdens ons verblijf bij de nomaden worden we vermaakt door een klein geitje en lammetje die er beiden uitzien alsof ze nog geen week oud zijn. Het lammetje heeft zelfs nog een navelstreng. Ze moeten handmatig worden gevoerd want de moeder is overleden. Er komen meer wolken en het gaat ook weer iets waaien, maar gelukkig slaat het weer niet weer om. Als we vertrekken krijgen de broers het lammetje kado. Het lammetje wordt daarom achterin de Landrover geladen en zo rijden we weer verder in de hoop dat we ergens om de oued heen kunnen. Onderweg zien we nog een kleine platte hagedis, 2 groene kameleons en marmotten die ineens op veel plekken te zien zijn. We zijn nog maar net weg als Esther vanuit de auto ineens gemekker hoort, maar er zijn geen schapen of geiten te zien. We stoppen en dan opeens ontdekt Esther een piepklein geitje. Het ziet er uit alsof het net geboren is en het ziet er erg zielig uit. De jongens zijn inmiddels ook gestopt en komen kijken of er iets aan de hand is. Ook zij zien geen kudde en ook geen mensen, dus wordt ook het geitje ingeladen. Nog even en we hebben een hele veestapel mee terug. Als we weer bij de oued komen op een andere plek blijkt die ook daar te diep te zijn, en we rijden ook dit pad terug om weer ergens anders een derde poging te ondernemen om door de oued te komen. Als we terug rijden zien we ineens een kudde schapen en geiten, en in de verte een herder. De jongens lopen erheen. Ze krijgen adviezen voor de goede route en de herder neemt het geitje weer mee. Via een ruime omweg komen we uiteindelijk om alle rivieren heen om na 6 1/2 uur eindelijk weer op de grote weg te komen na anderhalve dag vertraging.

We rijden nog 80 kilometer naar Guelmim waar we worden uitgenodigd om te komen thee drinken bij de broers Aziz en Bouazzer en hun vriend Hassan als dank voor onze hulp. De moeder word verblijd met het lammetje, helaas missen we haar reactie. Een van de broers heeft een babyfles gekocht en een zak melk zodat het lammetje direct kan drinken, wat wel nodig is want het is uitgemergeld. We drinken thee met koekjes en pinda's, wat in Marokko echt een doodgewone combinatie is. Onverwachts gaat de thee over in het diner met couscous. Nadat we allemaal al van de couscous hebben gegeten van een grote schaal krijgen we een kommetje waar je couscous in moet scheppen om vervolgens karnemelk in een kuiltje te gieten. Het lijkt wat vreemd maar de combinatie is bijzonder lekker, althans dat vindt Esther, Herman houdt niet van karnemelk. Als toetje krijgen we hier zoals gebruikelijk fruit. En daarna weer thee met koekjes en pinda's. Gezien de enorme hoeveelheden thee die hier gedronken worden met nog enormere hoeveelheden suiker is het ons inmiddels een raadsel waarom de meeste Marokkanen toch zo dun zijn.

Na het eten worden we vermaakt door de broers. We schatten dat de jongens nog geen 20 zijn, en ze zijn zeer gericht op hun uiterlijk en erg ijdel. Midden in de woonkamer krijgen we een hele sessie dat ze elkaars kroeshaar gaan insmeren om het te bleken, daarna moet het eindeloos worden uitgekamd. Daarna wordt er gedoucht en ze trekken vervolgens de hipst denkbare kleren en schoenen aan in Europese stijl. We worden uitgenodigd ook gebruik te maken van de douche. Het is fijn dat we ons eindelijk weer eens kunnen douchen. Als we allemaal weer schoon en wel in de kamer zijn komt er interessant nieuws. We worden uitgenodigd om te blijven slapen, maar eerst willen ze met ons met hun auto een rondje rijden door Guelmim, waar ze erg trots op zijn Na deze rondrit gaan we dan dineren. Dineren? Ja we hebben het goed begrepen. De couscous was dus kennelijk maar een hapje tussendoor.

We rijden eindeloos rondjes door Guelmim, wat leuk is maar niet heel spannend. Maar ze krijgen er geen genoeg van en de rondrit duurt minstens een uur. Hun auto valt bijna uit elkaar van ellende, aan alles mankeert wel wat, behalve dan aan het interieur, daar is duidelijk wel in geïnvesteerd.. De hele binnenkant is enorm gezellig gemaakt. De stoelen en bankjes zijn mooi bekleed en verder is de hele auto opgefleurd met allerlei gezellige versierselen waarvan je niet zou verwachten dat 2 van zulke jongens dat verzinnen. De toeter van hun auto kan allerlei rare geluiden maken en ze hebben de grootste lol als ze meisjes zien lopen om die te beschijnen met het grote licht en dan een muziekje aan te zetten van de toeter. Waarschijnlijk rijden ze hier iedere avond rondjes en is dit hun manier van flaneren en meisjes versieren.

Als we thuiskomen ruikt het alweer naar eten, en om 21.00 uur beginnen we dan aan het echte diner: tajine met poms, een soort appelsap met prik. Daarna volgen natuurlijk weer de thee met koekjes en nootjes. We laten de auto voor de deur staan en slapen binnen op wollen dekens.

donderdag 2 december 7530km

Als we wakker worden horen we het lammetje mekkeren. Het is zo klein en zwak dat het iedere paar uur melk moet drinken, en dat blijkt dan uit een onophoudelijk gemekker. Omdat ze in een soort rijtjeshuis wonen zonder tuin heeft het lammetje zijn nieuwe woning gekregen in de trapkast. Geen idee hoe ze dit gaan aanpakken als het lammetje groter wordt.

We nemen afscheid en doen inkopen in Guelmim. Daarna rijden we naar Plage Blanche via een asfaltweg. Onderweg moeten we echter toch weer een Oued over. Er ligt weliswaar een brug, maar zelfs 2 dagen na de regen stroomt daar nog een rivier overheen. We besluiten eerst eens te gaan lunchen om de situatie goed te bekijken. We worden door iemand aangesproken die beweert dat er 's ochtends al 4 landrovers door de oued zijn gereden. Er komen steeds gewone auto's aanrijden, maar daar is het zeker onmogelijk mee om verder te komen. We besluiten er toch doorheen te gaan omdat het water niet hoger is dan de as van onze auto, en het er dus onderdoor kan stromen. Dat is erg belangrijk, want anders kieper je om en wordt je meegesleurd door de rivier. Dat is hier vorig jaar nog gebeurt met Franse toeristen....

Zonder problemen bereiken we de andere kant. Daar treffen we een man bij zijn auto die hier al anderhalve dag staat te wachten tot het water zakt. Hij komt van Plage Blanche maar woont in Guelmim. Hij heeft geen brandstof om weer terug te rijden naar Plage Blanche, en waarschijnlijk ook geen mogelijkheden ergens te overnachten. We geven hem een fles water en een vers brood met kaas, dat hij eigenlijk niet wil aannemen, maar waar hij uiteindelijk zeer blij mee is omdat hij al 2 dagen niet heeft gegeten en gedronken. Dan arriveren er 2 mannen die zich gaan uitkleden om wandelend door de rivier naar de andere kant te gaan. Dat lijkt ons niet alleen oncomfortabel maar ook erg gevaarlijk. Als je valt en in de sterke stroming ligt, wordt je zeker weg gespoeld. Herman biedt aan om ze naar de andere kant te brengen. Dit heeft voor ons ook een voordeel, want nu hebben we ook een fotoreportage van deze enge oversteek.

We zien ineens bijzonder veel ratten rondlopen. We hebben die beesten nog niet eerder gezien, waarschijnlijk zijn hun nesten overstroomt. Ook lopen er ineens enorm veel zwarte kevers. Die waren er wel al, maar er zijn er nu zoveel dat we werkelijk geen idee hebben waar die ineens vandaan komen allemaal.

Bij Plage Blanche is de kust erg mooi. Er komt een rivier uit in zee en vanaf de rotsen kun je de prachtige kust goed zien. Esther wil nu eindelijk echt bij zee komen, maar dit blijkt voor de tweede maal onmogelijk. Op het strand is een brede rand met enorme plassen regenwater en het is onmogelijk om op een normale manier bij zee te komen. We genieten nog een tijdje van het uitzicht en besluiten dan naar een camping te gaan in het binnenland omdat het bij zee weer wat waait en het niet aangenaam is om daar wild te kamperen. Daarbij moeten we hoognodig een was doen. We kijken nog een tijdje naar jagende adelaars? en vertrekken naar een camping in Bou-Jerif iets het binnenland in.

Vrijdag 3 december/ 7635 km

We bekijken het fort vlakbij de camping maar dat is niet echt spannend. We hebben wederom pech want de oued richting Sidi Ifni is nog te vol om doorheen te rijden, en we moeten dus eerst weer terug naar Guelmim om naar Sidi Ifni te kunnen rijden via een andere weg. De route is gelukkig prachtig met heuvels begroeid met kleine cactusstruikjes en andere lage begroeiing.

In tegenstelling tot de heenweg zien we verschrikkelijk veel dieren. We zien weer veel ratten. Maar ook zien we vandaag veel eekhoorns, hagedissen en platte hagedissen die tussen de 20 en 35 centimeter groot zijn. Ook veel vogels. Leeuweiken met aan de zijkant zwart-witte strepen, zwart-wit vogels, en Esther ontdekt hele grote bruin gespikkelde vogels die erg lastig te zien zijn door hun goede schutkleur. Ze zijn zeker 35 cm hoog en hebben gele steltpoten en knalgele ogen. Het is prachtig om met de verrekijker te bekijken en we kunnen er mooie foto's van maken. Na bestudering van ons vogelboek denken we dat het grielen zijn. We zien ook nog allerlei andere vogels en een soort muisrat met enorme snorharen.

Langs de weg zijn enorme cactusplantages. Als we weer bij de oued komen waar we gister maar net doorheen konden komen blijkt dat er nu helemaal geen water meer over de weg loopt. Wel staat er iemand die naar Guelmim moet dus geven we hem een lift. Even verderop is er ineens een auto die lichtsignalen geeft en de bestuurder gaat helemaal uit zijn auto hangen. Het blijkt de man te zijn die we gister van eten en drinken hebben voorzien. Al zwaaiend passeren we elkaar.

Onderweg naar Sidi Ifniis alles opvallend groen. Door de regen staat alles er in een keer heel florisant bij. Slappe lidcactussen staan weer rect en bol. En struikjes die dood leken staan er groener bij dan ooit.

In Sidi Ifni vinden we een camping direct aan zee. Eindelijk lukt het om in zee te lopen en we hebben een campingplek vanwaar we de zee kunnen zien en horen. Heerlijk!! 's Avonds komen we langs een luxe restaurant waar we op het terras gaan eten. We krijgen lekkere olijven, gemarineerde aubergines en courgettes en een pepersmeerseltje als hapje van het huis. Daarna eten we een avocadosalade met verse ansjovis. Herman heeft een zeebaars als hoofdgerecht en Esther mosselen. Die zijn heel bijzonder klaargemaakt. Gekookt en dan in een sausje met een krokant korstje er op. Zo krijg je ze niet in Nederland. En als toetje iets met yoghurt en honing en echte koffie, iets wat je hier niet vaak krijgt. Het is niet alleen bijzonder lekker maar ook de presentatie is buitengewoon mooi. Ook hebben we er voor de verandering een fles rode wijn bij gekregen. Er zit wel een servet omheen geknoopt, en de fles moet heel discreet onder de tafel op de grond staan. We zitten namelijk buiten op het terras en ook vlakbij de moskee...We moeten voor het uitgebreide 4-gangen diner inclusief alle drankjes 35 euro betalen voor ons beide. Dat is voor Nederlandse begrippen natuurlijk niet veel voor zo'n luxueus diner met goede wijn, maar voor Marokkaanse begrippen is het buitensporig veel geld. Voor 10 euro kun je ook goed eten, en op de avondmarkt is het ons al meermalen gelukt om samen voor 1 a 2 euro prima te eten.

Als onze Duitse campingburen horen dat we voor 35 euro hebben gegeten denken ze dat we het systeem hier in Marokko nog niet helemaal hebben begrepen en dat we veel te veel betaald hebben. Ze zeggen het niet op die manier, maar er wordt ons duidelijk gemaakt dat je op de avondmarkt met zijn 2-en voor 6 of 7 euro kan eten, een bedrag dat wij voor die locatie weer buitensporig veel vinden. Dus wij denken dat zij het hier nog niet helemaal hebben begrepen. Ze begrijpen niets van ons. Als ze horen dat we ergens aan de kust met een gids naar vogels hebben gekeken vertellen ze ons dat je daar ook gewoon kon wandelen. We vertellen dat we met een bootje veel bijzondere vogels konden kijken. Wederom proberen ze ons af te troeven, zij hebben ook vogels gezien.

Zaterdag 4 december

We blijven een dagje in Sidi Ifni om de auto eens op te ruimen en een paar wassen te laten doen, want dat hebben we nog steeds niet gedaan en we hebben niets schoons meer. Er zitten kilos zand in de auto, dus daar zijn we ook wel een tijdje zoet mee. De Duitse buren op de camping doen ook een was, maar dan met de hand, want dat is natuurlijk veel goedkoper. (En dan beweren dat Nederlanders zuinig zijn!) Op het midden van de camping hangt een waslijn tussen de lantarenpalen. Als onze Duitse buren vier shirts hebben opgehangen ziet Herman ineens één van de lantarenpalen omvallen! Compleet doorgeroest... Onze was wordt voor ons opgehangen op het dakterras. Geen probleem denken we......

'S middag gaan we naar het strand voor de camping. Esther gaat in zee om lekker in de golven te duiken, Herman kijkt zoals gewoonlijk slechts toe. Aan het eind van de middag wandelen we over het stand naar de haven. Voordat we vertrokken hebben onze Duitse buren ons nog eens gewaarschuwd niet weer naar dat veel te dure restaurant te gaan. Zucht! Wij moeten er hartelijk om lachen. We maken nog vaak grapjes dat we iets eigenlijk niet kunnen kopen omdat onze Duitse buren dat vast niet goed zullen vinden. Esther vind langs zee allerlei mooie schelpen, zee-egels, torenslakken, sponzen, briozoen,en nog wat interessante vreemde dingen die niet thuis te brengen zijn. Hopelijk kunnen de strandfanaten in Nederland straks uitkomst bieden. We lopen tot de haven die eigenlijk niet vermeldenswaardig is, en lopen bovenlangs de klif weer terug naar het stadje om een hapje te eten. De meeste huizen zijn hier blauw-wit. Dat is wel opvallend, want tot nu toe is de overheersende kleur lichtroze geweest.

Op de avond-souq (markt) wordt veel verse vis verkocht. We staan net op het punt om ergens een hapje te eten als er plotseling een enorme zandstorm opsteekt. Kraampjes op de markt krijgen het zwaar te verduren, en allerlei dingen dreigen op te stijgen. Veel mensen breken in allerijl hun standjes op. We besluiten om snel terug te gaan naar de camping om onze was te redden. Het is erg lastig lopen want het zand vliegt horizontaal door de straten. De meeste was is er gelukkig nog, maar we missen wel één dekbedhoes. Gelukkig is de rest er nog wel. We gaan weer terug naar het centrum om alsnog een hapje te eten, maar we kiezen er nu maar voor om ergens binnen te eten..

Zondag 5 december

Het heeft 's nachts zo gestormd dat de auto weer onder het zand zit van binnen. Het is door alle kieren naar binnen gekomen. Onze schoonmaakactie hadden we dus wel achterwege kunnen laten.

Als Herman opstaat ontdekt hij tot zijn grote verbazing een chocoladeletter in zijn schoen. Gelukkig is sinterklaas hem niet vergeten in Marokko. Als we de camping afrekenen blijkt dat iemand van de camping onze dekbedhoes heeft gevonden. Dat scheelt weer een hoop gedoe met een nieuwe laten maken.

Omdat er nog steeds een zandstorm is kunnen we niet eens buiten ontbijten. Zo erg hebben we het nog niet eerder mee gemaakt. We besluiten te ontbijten in een restaurant met uitzicht op zee. Maar goed dat onze Duitse buren dit niet weten!

We rijden langs de kust naar het noorden en maken een stop bij zeer spectaculaire poortrotsen waar de zee doorheen komt Gelukkig ligt er veel grind zodat de zandstorm nog een beetje draaglijk is.

We lunchen bij een prachtige baai omdat het nog steeds niet mogelijk is buiten een broodje te eten.

We rijden verder naar het noorden langs de kust naar Massa. Daar is het nationaal park Sous Massa waar veel vogels te zien zijn. Op weg naar de camping zien we al twee kleine uilen zitten op een hoop stenen. De camping ligt weer vlakbij het strand.

Maandag 6 december

We gaan vandaag naar het nationaal park. Het park bestaat uit een rivierdelta met daarnaast veel akkertjes en hoger meer woestijnachtige begroeiing. Ook zijn er bij zee een aantal stukken met zandduintjes. Omdat het landschap zo gevarieerd is kun je in een klein gebeid erg veel verschillende soorten vogels zien die je normaal meestal niet vlakbij elkaar zult aantreffen.

We zwaaien de uilen weer gedag die nog steeds op hun stenenhoop zitten en op een brug over de rivier ontdekt Herman waterschildpadden. Ook vliegen er veel vogels rond. Bij het park lopen we een pad parallel aan de rivier naar het strand. Onderweg zien we zilverreigers, diadeem? roodstaarten, klapeksters en een heleboel kleine vogeltjes die we niet kennen. Esther maakt van de meeste foto's zodat we de naam later kunnen opzoeken. Veel vogels die hier normaal horen te zijn, zoals flamingo's en ibissen, zijn er helaas niet. Vanwege de vele regenval is een stuwmeer overstroomt. Daardoor is stroomafwaarts de natuurlijke strandwal doorgebroken, die het zoute zeewater normaalgesproken grotendeels weg houdt van de rivier. Nu het zoute zeewater weer vrij de rivier in stroomt zijn de vogels vertrokken naar andere plaatsen. Maar we worden toch verrast met iets spectaculairs: we kunnen minstens 15 minuten naar een vissende ijsvogel kijken pal voor onze neus. Het wordt vloed en iedere keer als er een grote golf de rivier in stroomt duikt de vogel het water in om vervolgens op zijn rietstengel de vis te verorberen voor onze neus. Echt waanzinnig. Hij ziet er iets anders uit dan de Nederlandse ijsvogel. Hij lijkt wat groter en ook de snavel is groter. Maar de kleuren van de veren zijn net zo prachtig, vooral het blauw in de zon! Ook komt er nog een andere ijsvogel langs vliegen. Het lijkt alsof hij meer eet dan dat hij groot is! Maar uiteindelijk gaat hij in een struikje nog dichter bij ons zitten om eens uitgebreid zijn veren te poetsen.

We lopen door tot de zee. Er zijn enorme golven en zwemmen is levensgevaarlijk door de sterke stroming. De rotswoningen die we willen bekijken zijn niet bereikbaar omdat de zee te hoog staat vanwege springvloed, en van afstand zijn ze niet zichtbaar vanwege de vele nevel bij zee.

Op de terugweg zwaaien we de ijsvogel nog even gedag die weer op zijn rietstengel zit.

Dinsdag 7 december

Esther is jarig! We ontbijten vorstelijk op de camping met uitzicht op zee. Daarna gaan we met een gids van het nationaal park proberen alsnog ibissen te zien. De eerste plek waar we heengaan is ergens bij de akkertjes langs de rivier. Er zit een grote groep glanzende ibissen op takken in het water. Het zijn grote donkere vogels met een kromme snavel. We kunnen ze van vrij dichtbij goed bekijken. Ertussenin zitten ook nog schildpadden. Verder zwemmen er diverse eenden rond. Daarna neemt de gids ons mee naar een pad langs de kust om kale ibissen te zien. Deze soort heeft een soort rode kuif op zijn kop. Het weer is een beetje grauw, en helaas laten de vogels zich niet zien. We lunchen en eten een taartje om Esthers verjaardag te vieren. Dit alles natuurlijk met uitzicht op zee! Er is nog één plek waar we later op onze reis langskomen waar we nog een keer kunnen proberen de kale ibissen te spotten. We zetten de gids op de taxi terug, en wij vertrekken naar Agadir.

We zijn niet ten onrechte gewaarschuwd dat het een vrij afzichtelijk oord is. Veel lelijke gebouwen, veel afval op straat en het stinkt overal van de hoopjes afval die in de fik zijn gestoken. We vinden het niet de moeite waard om hier te stoppen. Tijdens de rit verder langs de kust passeren we enkele vreselijk drukke campings die volstaan met honderden campers. Zelfs viersterren met glijbanen en zwembad. Niets voor ons! Ook is het eerste stuk kust voor en na Agadir compleet verpest. Of er staan afzichtelijke gebouwen, of er staan restanten van gebouwen. En anders hebben ze wel alle begroeiing weggehaald zodat er lelijke kale vlakte zijn ontstaan. Verder ligt er overal erg veel afval. Maar dat lijkt overal aan de kust waar mensen zijn een groot probleem hier.

Gelukkig wordt het landschap uiteindelijk toch weer mooier. Er zijn nog steeds erg hoge golven en er wordt veel gesurft. Herman zoekt nog wat fossielen en uiteindelijk vinden we ook nog een rustige camping met zeezicht. We gaan uit eten voor Esthers verjaardag. Omdat we nog een borrel willen drinken proberen we op de camping een fles wijn te scoren. Bij de receptie hebben ze via Esthers paspoort al ontdekt dat Esther jarig is en als Herman om een fles wijn vraagt vertelt de Franse eigenaresse dat ze die niet hebben. Maar....omdat Esther jarig is komt er toch ineens ergens een fles Marokkaanse rode wijn vandaan. Dat is dus genieten. Gelukkig is er geen moskee in de buurt dus we laten de fles dit keer gewoon op tafel staan.

Woensdag 8 december/ 8070km

Herman gaat nog even fossielen zoeken en Esther leest haar mailtjes bij de camping. Dat blijkt na afloop gratis te zijn, omdat ze jarig is. Ze zijn wel erg attent hier op de camping. We rijden nog een stuk langs zee en gaan dan een pad het binnenland in. We zien onderweg ineens een kraampje waar ze allerlei fossielen verkopen. We maken een praatje met de verkoper en vragen of hij ook als gids mee kan gaan. 'Pas de probleme' we moeten alleen even wachten want hij moet zijn winkel sluiten. Dure potten honing, fossielen en allerlei aardewerk worden binnen gezet, de rest wordt bewaakt door de hond. We rijden naar een plek 2 kilometer verderop en lopen verder. Op een plek waar we zelf nooit gekeken zouden hebben vinden we mooie brachiopoden, prachtige grijze zee-egeltjes met de structuur nog helemaal mooi zichtbaar, en ammonieten.

Esther vindt ook nog iets bijzonders. Ze ziet een vreemd plat ribbelig rond dingetje liggen van ongeveer 2 centimeter en denkt dat het iets fossieligs is, maar wat? Als ze het op wil rapen lijkt het vast te zitten. Dan blijkt dat het een soort klepje is, eronder zit een verticaal 'buisje' naar beneden. Het klepje kun je open en dicht doen alsof het met een scharniertje vast is gemaakt. Erg vreemd. Als we de fossielenman vragen wat het is blijkt het een spinnenhol te zijn. Whaaaaa.......

Na afloop krijgen we tijm-thee met tijm die we onderweg zelf geplukt hebben. Daarbij brood met argaanolie en verschillende soorten honing.

Heerlijk. Als het gaat schemeren gaan we snel weg om nog een plekje te vinden om wild te kamperen. We ontdekken nog veel meer fossielenstandjes, en er wordt veel honing en argaanolie verkocht overal. We hebben na alle brood niet heel veel honger meer. In plaats van uitgebreid koken maken we een vuurtje om nog wat aardappels te poffen. Daarna genieten we nog een tijdje van het kampvuur.

spinnenklepjes

Donderdag 9 december/8100km

We rijden verder richting Immouzer om daar een waterval te bekijken. De weg ernaartoe blijkt niet voor niets 'vallee du paradis' te heten. In Immouzer bezoeken we een markt waar ze erg veel verse vissen verkopen. Ook liggen er bergen gefrituurde vissen. Opeens komt er een kudde Europese toeristen langs met een gids. Van die types die overal met open mond staan te kijken en niets kopen en al helemaal niets gaan eten want dat is kennelijk gevaarlijk of eng. Als ze voorbij de vissen stuiven proberen ze ongevraagd foto's te nemen waarop de verkoper zeer geïrriteerd reageert. Wij eten een broodje met sardientjes-viskoekjes. Als Esther na afloop vraagt of ze een foto kan maken is dat totaal geen probleem en de verkopers zijn bijzonder vriendelijk.

Op de markt zit op een kleedje de theepotten reparateur. Ze drinken hier nogal veel thee, dus dan slijten de potten kennelijk extra hard. Hoewel een theepot hier niet zo duur is, is het laten repareren van je theepot hier de gewoonste zaak van de wereld.

Ook kopen we nog brood. Niet bij de bakker maar uit een bestelbusje, dat van onder tot boven, van voor tot achter helemaal vol verse broden zit.

We zien een bord met daarop grotten ergens vlakbij. We proberen die te vinden maar bij een afslag twijfelen we of dit de goede weg is want er staan nergens bordjes, en het pad staat ook niet op onze kaarten. Als er een pick-up aan komt vragen we de weg. Het blijkt inderdaad het goede pad, en ze gaan ook die kant op dus ze wijzen ons wel even de weg. Het blijkt een nog veel mooier pad dan die van de 'vallee du paradis', met prachtige kloven, en dorpjes die prachtig in de bergen liggen. Ook veel kleine akkertjes met grote stenen er omheen op de steile rotsen. Onderweg moeten we een paar keer stoppen. Er wordt druk aan de weg gewerkt met graafmachines. De werklui hebben kennelijk broden en mandarijnen van de markt besteld want er worden hier heel wat handeltjes gedreven. Ook moet een graafmachine van brandstof worden voorzien. Het hangslot van de brandstoftank wil niet open, dus wordt daar maar met een flinke hamer op gemept, dat werkt ook.

Uiteindelijk vinden we de grot. Het blijkt een soort natuurlijke tunnel door een rots waar de plaatselijke rivier dwars doorheen stroomt. We lopen er in en moeten af en toe springen om het water te ontwijken. Er zijn veel druipstenen en in het midden van de tunnel zit nog een gat waardoor je de lucht kan zien. Het is erg bijzonder. Het is zoiets wat een grote toeristen trekpleister had kunnen zijn, ware het niet dat het pad erheen te lastig is voor de meeste auto's. En ook het pad de grot in vergt wat geklauter waar de gemiddelde toerist waarschijnlijk geen zin in heeft. Dus genieten we helemaal alleen van dit bijzondere natuurverschijnsel. Nou ja, op de vrouwen na die in de rivier water halen, of de was aan het doen zijn.

Als we terug rijden naar Immouzer staat er een vrouw langs de kant van de weg die mee wil rijden. Dat hebben we nog niet eerder mee gemaakt. Mannen proberen af en toe wel een lift te krijgen, omdat dat goedkoper is dan de plaatselijke deel-taxi's, of omdat ze ergens staan waar niemand langs komt en ze grote afstanden moeten afleggen. Maar vrouwen durven of mogen dat kennelijk niet. We nemen de vrouw dus mee omdat we het erg leuk vinden en ze is heel erg blij. We kunnen niet praten met elkaar maar we krijgen wel een handkus als dank.

In Immouzer bekijken we de waterval. De rotsen hebben de vorm van kegelvormige druipsteen-gordijnen waar het water over naar beneden valt. Als we onder de waterval staan komt er ineens een Marokkaanse man in zwembroek aan. Hij klimt bijzonder hoog op een rots, en duikt vervolgens naar beneden in een kleine plas die kennelijk erg diep is. Het ziet er erg eng uit, maar het is wel een spektakel om naar te kijken.

We wildkamperen ergens in de bergen, bovenop de fossielen.

Wederom gaat het weer erg hard waaien maar omdat er voor de verandering eens geen zand is lukt het gelukkig toch nog om iets simpels te koken.

---------------------------------------------------

Foto’s

4 Reacties

  1. Heleen:
    11 december 2010
    Esther nog gefeliciteerd met je verjaardag. Ik ben helemaal ondersteboven van jullie reisverhalen. Zeer interessant allemaal. Zelf zitten we weer ingesneeuwd en nu is het vrij glad met pijn en moeite konden we in Dalby komen om wat kerstkaarten te kopen en Bengt moest naar Systembolaget om drank enz. te kopen. De kans is groot dat we insneeuwen. Veel geluk met de voortzetting van jullie reis. Groetjes Bengt en Heleen
  2. Ger en Aafje Zevenberg:
    11 december 2010
    We zijn blij met met jullie nieuwe weblog en hebben genoten van jullie avontuurlijke verhalen en de mooie foto's.
    Jullie verhalen lezen als een boek.
    De winterse omstandigheden zijn even verdwenen maar komen de volgende week weer terug. Het zal wel even wennen zijn als jullie weer terug zijn in het koude kikkerlandje.
    Goede reis verder en tot de volgende berichten.
    Groetjes
    Ger en Aafje
  3. Jan Willem:
    12 december 2010
    Heerlijk de verhalen weer te lezen.
    Maar volgende week gaan we weer vergaderen, dus kom maar snel terug!
    Groetjes, Jan-Willem
  4. Maarten en Linda:
    12 december 2010
    Hallo Esther en Herman,
    Nog van harte gefeliciteerd met Esther haar verjaardag. Wat een fantastische reis maken jullie. Nog heel veel plezier.

    Maarten en Linda